De verering van Sint Nicolaas is in de 10e eeuw vanuit Zuid Italië in het noorden van Europa geïntroduceerd. Rond het jaar 1000 is de Sint Nicolaaskapel in Nijmegen gebouwd.

Vanaf de 11e eeuw wordt Sint Nicolaas belangrijk omdat hij bescherming biedt tegen islamitische plunderingen en slavernij. De oorzaak hiervoor is de plundering en vernietiging van het heiligdom van Santiago de Compostella in het jaar 997.

Sint Nicolaas wint aan populariteit door de translatie van zijn relieken van Myra naar Bari in 1087.

Voor Nederland is de Sint Nicolaasvloed van 1196 van grote invloed. Deze vloed is medeverantwoordelijk voor het ontstaan van de Zuiderzee. Dat betekent dat Sint Nicolaas de Zuiderzee heeft doen ontstaan. Na 1200 worden er rond de Zuiderzee en rond toenmalige zeearmen in Friesland veel Sint Nicolaaskerken gebouwd.

Vanaf de 14e en 15e eeuw  worden er steeds meer heidense rituelen aan Sint Nicolaasfeest gekoppeld. Deze rituelen zijn afkomstig van de midwinterperiode en zijn vermoedelijk onder invloed van de kerk naar voren gedwongen om ze weg te houden van de heilige kerstdagen.